Verslag leesgroep Tere min

L E E S G R O E P    2 0 0 0

T E R E   M I N


Dietske Geerlings: Tere min / Zutphen 2021 / Vormgeving Dietske Geerlings / Vormgeving omslag Sterre Charlotte van den Berg


Het boek Tere min rouleerde tussen de clubleden en dat ging goed. Sommigen lazen het boek in twee dagen uit, anderen wilden het twee of meer keren lezen, waardoor het rouleren iets langer duurde.


Onderstaand verslag is geschreven door en goedgekeurd door de leden van de leesclub. In verband met de privacy zijn alle namen veranderd in willekeurige letters van het alfabet.

__________________________________________________________________________________

B: Laat ik beginnen: Ik heb Tere min met heel veel plezier gelezen. Toen A het boek voorstelde had ik mijn twijfels. We zijn zo vooringenomen, omdat we eigenlijk alleen maar boeken van bekende uitgeverijen lezen. Ik dacht....wat doet A nou...


A
: Ik was zelf om verschillende redenen heel erg geraakt door Tere min en kon mij amper voorstellen dat iemand van ons het niet zou willen lezen.


C: Elk boek dat we lezen heeft een zeker risico, ook bekende uitgeverijen slaan soms de plank helemaal mis. Dat hebben we ook gehad. 


G: Het blijft ook een kwestie van smaak. Recensenten schrijven soms heel positief over een boek, terwijl wij niet allemaal even enthousiast zijn. Misschien gaan we te veel af op berichten in de krant. Dat geldt ook voor boeken die geen goede recensie krijgen, die slaan we dan over. We moeten ons eigenlijk niet alleen maar laten leiden door recensenten.


B: Weet jij A, of er recensies over Tere min in de media gestaan hebben?


A
: Ik heb alleen positieve en mooie recensies op facebook gezien en daar ben ik erg blij mee. Het boek verdient het echt.


Allen
: Knikken en bevestigen. Allen vinden het van belang dat boeken die in eigen beheer gepubliceerd worden extra aandacht verdienen. B: Ik ga koffie inschenken en laten we dan beginnen met de bespreking.


(gespreksleider): We beginnen eerst met een korte impressie. Wie mag ik het woord geven?


E
: Ik heb het boek in een ruk uitgelezen. Ik vond het een prachtig liefdesverhaal van twee mensen die elkaar op een vreemde plek ontmoeten. Jullie weten dat ik niet houd van zoetsappige liefdesverhalen en jullie mogen ook weten dat ik net als vooringenomen was. Een boek dat iemand zelf uitgeeft lees ik eigenlijk niet. Plat gezegd denk ik: dat kan nooit wat zijn.


Een paar: We weten weinig van auteurs die zelf boeken uitgeven of die door onbekende uitgeverijen gepubliceerd worden. Jammer, er kan een pareltje tussen zitten.


F
: Zoals Tere min.


G
: Ik heb het twee keer gelezen. De eerste keer drong de tekst niet helemaal tot mij door en ik begreep de essentie van de tussenstukken niet. Ik ben de enige onder ons die het boek na de eerste lezing matig vond, geloof ik. Het verhaal was te ingewikkeld, waardoor ik er amper in kon komen. Dat heb ik soms.


D: Toch heb je de moeite genomen het nog een keer te lezen.


G
: Ja, ik vind het vervelend als ik een verhaal niet begrijp, dan dwing ik mijzelf het nog een keer te lezen. Na de tweede lezing werd mij wel meer duidelijk. Ik werd pas vanaf pagina zeventig gegrepen door het verhaal en ik wil, bij elk boek dat ik lees, het liefst meteen gepakt en meegesleurd worden.


H
: Soms moet je in een verhaal komen. Ik had bij Tere min direct Anschluss. Als we er verder over spreken zal ik wat details noemen.


I
J en K vinden Tere min niet alleen mooi, maar ook spannend. Ze willen er straks wat meer over zeggen.


D: Voor we dieper ingaan op het verhaal wil ik jullie vragen iets te zeggen over de vormgeving van Tere min.


Allen 
zijn onder de indruk van de vormgeving van het omslag. Mooi, licht, teder en subtiel. De bloem vindt iedereen prachtig, al weet bijna niemand wat voor bloem op het omslag staat.


I: 
Jullie zijn typische stadse mensen. I weet zeker dat het een witte klaproos is: ‘Papaver, ofwel klaproos. Je ziet ze meestal in het rood. Het is de bloem die nog steeds veel gedragen wordt door Britten en Vlamingen. Op de kale slagvelden in Vlaanderen bloeiden ten tijde van de Eerste Wereldoorlog een heleboel rode klaprozen.’


Allen 
concluderen dat een klaproos een kwetsbare bloem is die mooi fladdert in de wind. I: Het is daarentegen ook een hele sterke bloem.


B en H
: Zo’n bloem, met een sterke en fragiele kant doet mij denken aan het meisje in het boek. Zo voorzichtig als zij is aan het begin van het verhaal. Later ontpopt zij zich als een sterke vrouw. Wat dat aangaat zit er een enorme karakterontwikkeling van de personages in het boek.


D: Laten we de diepte ingaan en wat meer uitwisselen over het boek, de personages en de situatie.


B
: Tijdens het lezen heb ik mijn eigen gedachten totaal uitgeschakeld, voor zover dat kan natuurlijk. Ik was niet op zoek naar structuur of handelingen. Mij boeide van meet af aan het verhaal van het meisje. Ik zag haar voor me, met al haar twijfels....zal ik wel.....zal ik niet. Het verhaal begint direct spannend. In een ander lettertype lezen we een korte dialoog tussen de man en het meisje. De man is heel direct en zegt waar het op staat. Ik werd meteen het verhaal ingetrokken en las niet alleen door omdat ik nieuwsgierig was, maar ook vanwege de liefdevolle en poëtische stijl van de schrijfster. Direct in dit eerste stuk lees je dat de man klaprozen in haar ogen ziet. Je ziet gelijk de verwijzing naar het omslag gemaakt door Sterre. Zo mooi!


I: 
De aan een kant beenloze man en het meisje zijn om verschillende redenen op de begraafplaats. Ik ben echt een natuurmens, dat kun je zien aan mijn tuin. We lezen te weinig boeken waar de natuur een prominente plek heeft. Ik vind dat de schrijfster zo prachtig schrijft over de natuur op de begraafplaats. Ook daar heb ik van genoten.


Allen: 
Om vogels, planten en bloemen op een goede manier te beschrijven is lastig, de schrijfster doet dat prachtig. Iedereen kan zich een voorstelling maken van de begraafplaats met het water, de bomen de (water-)vogels, het geruis van de bladeren en de geuren. De schrijfster geeft het heel dichterlijk weer.


G: 
Maar, het gaat uiteindelijk over de liefde die tussen twee mensen ontstaat. Beiden missen ze een belangrijk deel: het meisje heeft een kaal hoofd en de man mist een been en zal later ook het andere kwijtraken. Ik kan mij niet voorstellen hoe het moet zijn om geen haar te krijgen, dat moet verschrikkelijk zijn. Toch vind ik dat het meisje er heel krachtig mee omgaat en zich er niet te veel door laat beïnvloeden. Ze inspireert me. De man krijgt het behoorlijk voor z’n kiezen, eerst een been en erna nog een zware operatie ondergaan...om tenslotte ook nog te overlijden.



B
: Maar voor hij overlijdt maken ze samen een kortdurende, maar heftige liefdesrelatie mee. Het begint stormachtig en voorzichtig. Ze reageren beiden totaal anders op elkaar. De man is aanvankelijk afstandelijk, soms duwt hij letterlijk het meisje van zich af en is lelijk tegen haar. Ik vind die dialogen niet altijd prettig om te lezen, maar die dynamiek is wel nodig om vanuit die tegenstelling iets moois te laten bloeien. De schrijfster heeft die ontwikkeling mooi beschreven. Het maakt het verhaal spannend.


K
: Daar komt bij dat de schrijfster zich heeft laten inspireren door de componist Stravinsky’s Berceuse uit de Vuurvogel. Een prachtig magisch stuk dat het goede, de vuurvogel en het kwade, de onsterfelijke tovenaar verbeeldt. Meestal wordt het als concertstuk opgevoerd, terwijl het ballet, geschreven door de choreograaf Fokine, prachtig indrukwekkend is.


B en A
: hebben de concertuitvoeringen met en zonder ballet een paar keer gezien.


A
: De muziek, het ballet en het verhaal zijn een eenheid en is dermate opzwepend dat ik elke keer na afloop niet meer kon slapen. Ik heb het concert met ballet twee keer buiten Nederland gezien. Als jullie ooit de kans krijgen het een keer te zien, bespaar dan niet op de kaartjes, probeer de beste plaats te krijgen, dat doen mijn partner en ik ook altijd met zoiets moois. Soms reizen we voor bijzondere opera’s, concerten of balletten naar Parijs, Antwerpen, Boedapest of Riga. Dan is Nederland te klein, hoe beroemd de opera in Amsterdam ook is.


Allen stemmen in: als het kan nooit besparen!


D: Moest je vaak aan de Vuurvogel denken tijdens het lezen, B?


B
: Jazeker. Op de achtergrond speelt de Berceuse uit Stravinsky’s Vuurvogel tijdens het lezen van Tere min een belangrijke rol. De inspanning van de man, met erna de aftakeling en tenslotte de dood als gevolg van alle inspanningen. Een onomkeerbare uitputtingsslag. De man zet zich volledig in om zijn instrument te maken. Hij neemt het meisje mee in zijn verlangen uiteindelijk muziek te kunnen maken op zijn zelfgebouwde Teremin. Het meisje laat zich ook door hem verleiden, ze wordt gegrepen door zijn verlangen. Het is een echt een intens liefdesverhaal waar van alles bij komt kijken. Dit is geen doorsnee-verhaal. Hier is goed over nagedacht. Je voelt aan alles tijdens het lezen dat de schrijfster zich enorm verdiept heeft in de materie. Je voelt bijna dat ze boven zichzelf is uitgestegen. Het verhaal, de personages en de taal: het is een eenheid....een ware compositie.


J: Er zijn talloze liefdesverhalen, maar dit boek heeft mij diep geraakt vanwege de poëtische taal die de schrijfster gebruikt. Ik wil, als oudste van de leesclub nog iets kwijt over ziekte, aftakeling en de kracht van muziek en taal. Net als A heb ik kanker gehad, ben kaal geweest en mis delen van mijn lijf. Het is weggesneden en vernietigd, begrijp mij goed....voor een goed doel, anders zat ik hier niet meer. Ik zie nog met een oog en dat is genoeg. Mijn liefste heeft een groot deel van het boek voorgelezen, omdat ik de tekst niet kan lezen. De letters op het groen van het omslag zie ik nauwelijks en de tussenstukken zijn voor mij ook onleesbaar. Het is een cadeau geweest dat mijn liefste het boek voorgelezen heeft. Ik kan geen genoeg krijgen van zijn warme stem. Die ken ik al zo lang. Soms heb ik gevraagd of hij een passage opnieuw wilde voorlezen, zo heb ik genoten. Enkele van Stravinsky’s heb ik vroeger op mijn piano gespeeld. Nu gaat dat niet meer. Ik kan de toetsen nog wel vinden, blindelings kan ik mijn handen laten dwalen, maar het zou beledigend zijn voor Stravinsky om die knulligheid van mij te laten horen. Tijdens het lezen hoorde ik de Berceuse en het Scherzo voor viool en piano. In mijn gedachten is Tere min samengesmolten met de muziek van Stravinsky. Het past bij elkaar.


Allen: ........


D: Het boek begint met een motto: een deel van het lied XXXI van Hadewijch. Achter in het boek staan twee vertalingen: een van Fraeters en Willaert en de ander van Vekeman.


H en K: 
Het motto past bij het verhaal.


K: 
De vertaling van Vekeman spreekt mij het meest aan. Het is zorgvuldig om een vertaling te vermelden.



Share by: