D i e t s k e G e e r l i n g s
D i e t s k e G e e r l i n g s
Paperback, 136 pagina's.
Omslag Dietske Geerlings.
Prijs €20,50.
Verkrijgbaar bij de boekhandel of via onderstaande knop.
Als e-book kosteloos te downloaden bij het tabblad e-books.
Alomtegenwoordige stilte is misschien wel het hoofdpersonage in de steenhouwer verschenen is / de steenhouwer verdwenen is, een bloedmooie vertelling van Dietske Geerlings. Bijzonder aan het boek zijn de twee ingangen. Aan de ene kant begin je met een gedicht: de saga van de steenhouwer die op een dag uit de groeve verdween, verweven met het onuitsprekelijke verlies van een kind. Via de andere kant stap je in het prozaverhaal van een vrouw, over eenzelfde verlies op een andere plek. Een gedeelde ‘boodschapper’, in de gedaante van een witte reiger, biedt nu en dan een in- of uitgang naar het andere verhaal. De personages zijn als schimmen in een droomachtige wereld, die slechts uit licht en schaduw bestaan. In het gedicht ontbreekt in elke regel wel iets, waardoor woorden in ijl gefluister oplossen. In het verhaal verdwijnen beelden in een stille nevel, om elders contourloos op te doemen. Telkens als de zilverreiger verschijnt, verandert zwaarte in lichtheid. Ik ervoer dit boek als een mentale evenwichtsoefening, waarbij Geerlings, door veel onuitgesproken te laten of subtiel symbolisch te verwoorden, de lezer alle ruimte biedt om zelf leegtes en stiltes in te vullen. Of je nu begint met het gedicht of het verhaal, herlezen is een voorwaarde om de gelaagde vertelling helemaal naar waarde te kunnen schatten.
Unaniem: subliem boek! De compositie werd geprezen, de twee ingangen, maar ook de manier waarop je het boek hebt uitgeven en vormgegeven. De illustraties (werkelijk prachtig!). Het poëtische, rijke taalgebruik, de mooie beelden, de vloeiende taal.
Er ontspon zich een gesprek over de noodzaak het poëziedeel te begrijpen. Is het nodig zo'n gedicht helemaal te doorgronden of volstaat ook het aanvoelen van de sfeer die het gedicht oproept? Dat laatste vonden we vooral belangrijk, niet ieder woord hoeft geïnterpreteerd te worden. We waren van mening dat het poëziedeel verdieping gaf aan het prozadeel, de sfeer intenser maakte.
Het woord 'verdicht' viel, evenals het woord 'verfijnd' voor het prozadeel. De moederlijn, de vrouwen van generatie op generatie, kwam ter sprake. De man in ons midden benoemde dat hij dan wel geen moeder was, maar dat hij wel aanvoelde waar het om draaide. Een van ons vond dat het boek in wezen somber was. Zo bijzonder, ik zie wel wat daarmee bedoeld wordt, die grote eenzaamheid van de vrouw en de steenhouwer, hun last die ze meedragen, toch voel ik zelf vooral de hoop die hun communicatie door middel van de tekeningen en hun blikken oproept, de moederlijn die voortgezet wordt door de oma in wording, voor mij is dat hoopvol, evenals de voltooide reiger in de gevel. Maar wat zit het missen diep verankerd, ontegenzeggelijk.
Een prachtig boek, kortom. Zo'n gesprek samenvatten als iedereen om de beurt iets roept, het valt niet mee. We waren het wel met elkaar eens dat je boek een veel groter publiek verdient en tegelijkertijd was er lof voor je keuze alles in eigen beheer te houden.
Ik verheug me op de twee boeken die waarschijnlijk nu gedrukt worden, ongetwijfeld ook weer bloedmooi en parels! Heerlijk vooruitzicht voor de zomervakantie!
Er is iets in zijn ogen, wat haar aan de maan doet denken. Als zij hem een hand geeft, verschijnt de aanzet tot een glimlach. De aannemer had gezegd dat de Fin haar wel zou verstaan, maar zelf nooit sprak. Als ze dat vervelend vond, kon ze een ander krijgen, maar dan was er een wachttijd. Spreken is zilver, ik ga voor goud, had ze geantwoord. De aannemer kende niemand die beter in zijn vak was dan de Fin. Gouden handen had hij, maar ze moest wel geduld hebben. Men zei dat hij steenhouwer was.
Ze vraagt of hij koffie wil, maar hij kijkt omhoog langs het kleine huis. Boven het raam barst de gevel uit zijn voegen. De bakstenen stuwen onder het gewicht naar voren.
In het dorp naast de steengroeve leefde één man die geen steenhouwer was, Antonin Vassiljev. Hij woonde, met zijn aan astma lijdende dochtertje, niet aan de kant van de groeve, maar aan het andere eind van het dorp, tegen de rivier aan. Hij was zonderling, en mensen wisselden vooral blikken als zijn naam genoemd werd, maar de Fin sprak altijd vol respect over hem, noemde hem taalhouwer, omdat hij zinnen uit taal beitelde die stonden als een monument. Dat was minstens zo’n belangrijk ambacht als dat van de steenhouwer, zei hij, omdat woorden als woning voor de ziel konden dienen. Het verdiende echter net zo slecht, maar dat had vooral met machthebbers te maken, die alleen maar bang waren om die macht te verliezen, en angst, zo zei zijn de Fin, was een wankel fundament om op te bouwen. Pas veel later had zijn zoon begrepen wat een monument was.
Het boek heeft twee ingangen en daarom ook twee voorkanten. 'De steenhouwer verschenen is' vertelt het verhaal van de vrouw die de gevel van haar huis laat verbouwen door de zwijgende 'Fin'. Men zegt dat hij steenhouwer is. Terwijl de gevel uit zijn voegen barst, gaat hij zwijgend aan het werk met de beitel op de ladder voor het raam, of hij tekent aan haar keukentafel. Zij kijkt naar hem als hij tekent, of naar zijn voeten op de ladder voor het raam. Herinneringen komen boven, aan haar kleine broer, aan haar moeder, aan Jacob, die er in zekere zin nog is. Dan belt de dochter. Waar wachten ze op?
Als je het boek omkeert, kom je bij 'De steenhouwer verdwenen is'. Je belandt in poëzie, rond een steengroeve waaruit de steenhouwer verdwenen is. Beitel en draadzaag liggen op de grond. De vrouw zoekt haar kind, het kind roept om de steenhouwer, de rugstreeppad trekt zich terug in het slik. Waar wachten ze op?
Herlezen: een boek met twee ingangen, zó gelaagd in stilte, licht en schoonheid dat het sowieso meermaals dient gelezen te worden om die steenhouwer in volle glorie tevoorschijn te laten komen. De onvolprezen Dietske Geerlings, die al haar boeken in eigen beheer uitgeeft, behoort voor mij vandaag tot de meest originele en beste schrijvers binnen Nederlands taalgebied. Haar werk is poëzie, proza, beeldende kunst en meditatie oefening tegelijk.
de steenhouwer verdwenen is
in de groeve
de beitel op de grond ligt
uit mergel een golf is ontsprongen
in ondiep zeewater bezonken kalkskeletten
zij hier verdwenen is
en elders aan het licht komt
de afwezige een vogel hoort
maar de vogel zich heeft losgezongen uit het woord
met gespreide vleugels
roerloos de witte reiger wacht
op de tak die boven de rivier hangt
zich niet terugzingen kan
in de oren echoot van wie afwezig is
in haar ogen een vleugel klapwiekt
een tak knapt in een herinnering
wat een stekelige bolster
in een groeve doet
waar het kind wankelt op de rand
naast de kloofbeitel
een glanzende kastanje afwezig is
aan de draadzaag klei en kalk zitten
het lichaam verdwenen is
het hoofd nog aarzelt
een witte reiger opvliegt
van de tak die boven het water hangt
iemand de steenhouwer zoekt
in de groeve geen oorlog woedt
zolang het kind huizen bouwt van vuurvlinders en
kalkskeletten
onder de huid een moeder fluistert
een stem gruizend haar roept verliest
luistert naar het kind onder haar zorgen
zingt dat het slapen kan altijd slapen kan en
het hart zich vormen zal om de liefsten
als het zijn ogen sluit
vrouwen de slaap niet kunnen vatten
de groeve naderen
kloofbeitel in de hand
draadzaag op de schouder
in het maanlicht om de steenhouwer gaan
vrouwen de haren klieven
niet malen om het loslaten
maar om het lied in het hoofd
dat verder reikt dan de roep van de oehoe
vrouwen de haren kappen
de maan liefhebben
de kale schedel
de lokroep van de rugstreeppad smoort
vrouwen om de groeve gaan
bloed langs de wanden vloeit
de grond trilt onder hun voeten
vrouwen de wereld bevolken als mensen
niet anders dan als mensen
de wereld bevolken
Deze novelle kent twee ingangen. In ‘de steenhouwer verschenen is’ lezen we proza. ‘De steenhouwer verdwenen is’ wordt gevormd door een lang gedicht. Japans aandoende portretjes/aquarellen sieren de cover en de eerste bladzijden van beide delen. Bij het poëzie-deel is de zilverreiger zeer subtiel geschetst. De ingang: ‘De steenhouwer verschenen is’. Deze ingang kent drie delen, die elkaar prachtig aanvullen. Waar je bij het eerste verhaal geen antwoorden krijgt, komt dat bij het volgende verhaal. Het vormt één mythisch, bijna spiritueel geheel. Het is in prachtige taal en beelden gegoten.
De schetsen/portretjes brengen je in een bepaalde sfeer, zeker als de titel ook nog Japans aandoet. De Japanse steenhouwer is een Aziatisch volksverhaal dat gaat over gelukkig zijn.