w.a.t.e.r.o.v.e.r.b.l.i.j.f.t
het ontstaan van een omslag

Terwijl ik Bombyx mori aan het schrijven was, dacht ik ook na over hoe het boek eruit zou komen te zien. Voor mijn vorige novelle/roman Veerman had mijn dochter een nachtvlinder (mot) getekend. Een 'bombyx mori' is een zijdevlinder, maar die wilde ik juist niet op de voorkant van dit nieuwe werk. Het liefst heb ik een omslag dat rakelings langs het verhaal scheert. Zo vind ik 'veer' in 'veerman' mooi bij de vleugels van een vlinder passen. In het boek kom je de mot ook ergens tegen, in letters dan. Geen zijdevlinder dus voor Bombyx mori, maar wat dan wel? De ondertitel was ondertussen aan het slingeren tussen 'de eerste uren van de schepping' en 'de eerste uren van ontschepping', omdat in het verhaal midden in een kamer een kind aan het ontbinden is. Ik wilde iets fragiels, iets wat met één keer blazen weg zou zijn, maar nog even standhield. Ik wilde in elk geval een mengsel van materialen: potlood, inkt, wol én zijde. Ondertussen was ik wie glas blaast met mijn zus aan het afronden, een dichtbundel met foto's, waarin veel druppels langskwamen. Een daarvan was een soort waslijntje van druppels. Misschien was dat wel de foto die ik het mooist vond. Mijn dochter had de foto gezien en zei dat zij ook nog waslijntjes had met druppels. Een daarvan gebruikte ik als inspiratie.
Met potlood tekende ik de druppels. Met een vreemde witte substantie die tussen mijn ecolinepotjes stond, kleurde ik ze deels in. Daarna begon het mengen van de ecoline. Ik heb bruin, groen, geel, turquoise, grijs gemengd, net zolang tot ik de kleur vond passen bij de stemming waarin ik mijn verhaal schreef. Met een grote kwast bracht ik het mengsel van kleuren aan en liet de druppels rijk over het blad rollen, even inwerken. Daarna hield ik het blad onder de kraan, waardoor een groot deel van de kleur weer wegspoelde. Dit proces herhaalde ik, tot het papier wat ging protesteren. Als je op het kletsnatte blad weer nieuwe ecoline aanbrengt, krijg je mooie figuren en vlekken die zich steeds verder uitbreiden en met elkaar gaan mengen. Daarna heb ik het laten drogen en ging ik op zoek naar zuivere zijde. Op sommige plekken in het lijntje en in de druppels heb ik met een heel dun naaldje met de hand de zijde geborduurd. Daarna ging ik de draad rafelen en legde hier en daar wat los op het blad. Met wol deed ik hetzelfde.
Ik dacht: dit zijn de eerste uren van de schepping en dit is wat er overblijft. Het is ook water dat overblijft. Een kind wordt uit water geboren. Zo wilde ik mijn kleine schepping noemen: wat er overblijft, of water overblijft. Ik besloot er punten tussen te plaatsen, zodat beide lezingen zich kunnen voordoen bij lezers. Ik heb het geheel gescand voor het omslag.