WIE GLAS BLAAST

D i e t s k e   G e e r l i n g s

  • Titel dia

    Schrijf uw onderschrift hier
    Knop
  • Titel dia

    Schrijf uw onderschrift hier
    Knop


Paperback, 132 pagina's

Fotografie Desiree Geerlings; tekst Dietske Geerlings

Prijs €22,50



Hoe woord en beeld vanuit een intens doorleefd aanvoelen samen kunnen opgaan in een soort wereld-achter-de-dingen, wordt mooi geïllustreerd in Geerlings' bundel: 'zo licht in stilte trilt / en taal zich uitstrekt' staat er te lezen. Of nog, weer vanuit de suggestie van de samenhang van woord en beeld en alluderend op het gegeven dat de foto inderdaad ook gedacht moet worden: 'taaldraad en druppelring / zinspelen op // wat ontbreekt.'


Geerlings beweegt zich in 'wie glas blaast' behoedzaam, de breekbaarheid van glas indachtig (zij schrijft onder meer over de glasvleugelvlinder), door het taalveld van de poëzie. Assonanties kleuren de verzen, die bij momenten worden gedragen door neologismen ('huilhuid') en over de hele bundel heen refereren aan de antithese tussen licht en donker.



JOORIS VAN HULLE | POËZIEKRANT


Twee vrouwen die elk een andere richting hebben gekozen, maar volgens mij, in veel dingen overeenkomen. Natuurlijk zijn ze zussen. Maar als je kijkt naar hun beroepspraktijk dan zie je ook overeenkomsten. Dat uit zich bijvoorbeeld in de aandacht voor de essentie en het abstracte. In de moleculaire dynamica worden de fysieke bewegingen van atomen en moleculen in de tijd bestudeerd. Bij protonenoverdracht gaat het om het zoeken naar een nieuw evenwicht.

In de (hermetische) poëzie van Hans Faverey zien we hetzelfde. Faverey stelt zich in dienst van de taal, laat de woorden het werk doen. Hij vormt dus tussenpersoon tussen de taal en het gedicht. Lees de poëzie van Dietske, kijk naar de zwart-wit foto’s van Desiree. Zij zoomen in op details, dat levert abstractie op, ieder vanuit de eigen achtergrond. Maar samen ontstaat een dialoog en een nieuwe werkelijkheid. Het is een van de aspecten waardoor deze bundel zo overtuigt. Kijk bijvoorbeeld naar de cover: een foto van een waterdruppel. Die vorm refereert aan een gestolde werkelijkheid, maar heeft ook iets van het begin van leven. 

JAN STOEL | BOEKENKRANT

Wat opvalt is de suggestieve kracht, die alle invulling aan de lezer laat. Het is een soort stemmingssymbolisme dat aan de dichters van het fin de siècle doet denken. De beeldende werking van woorden als ‘spiegelt’, ‘glas’ en ‘vloeibaar’ en in andere gedichten ook ‘breken’, ‘scherven’ en ‘licht’, voeden die gedachte. Het is daarbij aardig om zien dat het effect ervan na al die tijd nog steeds niet uitgewerkt is.




JAN DE JONG | TZUM